Den Haag zet in het CID de voetganger op nummer één. Gevolgd door de fietser. Dat betekent een andere denkwijze en een andere manier van ontwerpen dan voorheen. En dat in de stad met de meeste auto’s per vierkante meter van Nederland. Veel meer gebieden worden autoluw gemaakt. Sommige doorgaande routes gaan verdwijnen. Hoe kun je dan op sommige plekken komen?
Mobiliteit – het fijn kunnen bewegen van A naar B – is een veelbesproken punt als het over het CID gaat. Mensen maken zich grote zorgen over gevaarlijke kruispunten en de drukte in het verkeer. Daarom wil de gemeente het aantal auto’s in het CID verminderen. Er moet meer ruimte komen voor voetgangers en fietsers, terwijl de auto op dit moment nog veel wordt gebruikt in het gebied.
De stad wil flink verdichten rond de grote treinstations en verbindingen voor het openbaar vervoer verbeteren. Hoe dichter je bij het OV woont, hoe minder je gebruik maakt van auto’s, volgens de gemeente. Veel autoritten in de stad zijn korter dan vijf kilometer. Zijn die allemaal noodzakelijk? Veel bewoners geloven niet dat mensen hun auto wegdoen wanneer zij geen parkeerplek meer hebben. Zij zijn juist bang dat die alsnog ergens een plekje gaan vinden op straat.
Er komen meer doorgaande fietsroutes. Zoals de verlenging van snelfietsroute Velostrada en het Trekfietstracé tussen Pijnacker en het centrum van Den Haag. Dit zijn projecten die al langer lopen. ‘Rode lopers’, speciale voetgangersgebieden, moeten wandelaars extra ruimte geven.
De gemeente greep al eerder in om allerlei verkeersproblemen op te lossen. Dat heeft geholpen. Bewoners zeggen dat waar het al goed gaat, de plekken zijn waar de gemeente duidelijke keuzen heeft gemaakt om bijvoorbeeld pollers (paaltjes die omhoog en omlaag gaan) of een knip te plaatsen. Het verkeerscirculatieplan zorgt voor een betere doorstroming.
In gebieden met oude structuren is nog werk aan de winkel, vinden zij. De veiligheid in verschillende onderdoorgangen – bijvoorbeeld bij station Hollands Spoor – moet beter. Met name in de Stationsbuurt zijn nog te veel onoverzichtelijke kruispunten. Het plan voor extra fietsbruggen wordt gesteund, omdat veel bruggen die worden gedeeld met autoverkeer onveilig zijn.
“Ik vind bereikbaarheid met de auto heel belangrijk. Alle plannen gaan uit van jongeren. Ouderen zijn in het centrum niet meer welkom. Te druk, te geconcentreerd.”
“Auto’s moeten overal maar kunnen afslaan. Daardoor komen fietsers in de knel.”
“Projectontwikkelaars worden gefaciliteerd om onder hun gebouw een parkeergarage te bouwen. Dan krijg je juist weer meer verkeer in de stad.”
“In de plannen wordt de Waldorpstraat afgesloten. Dan wordt het natuurlijk drukker op de Neherkade. Daar heb ik al last van de herrie.”
“Wil je als fietser de Prins Clauslaan oversteken, moet je wel héél hard fietsen wil je het verkeerslicht halen.”
“Alle drie routes vanuit Voorburg naar Den Haag Centraal zijn op dit moment voor fietsers niet te doen. Zeker niet met een bakfiets. Ik rijd nu maar langs het provinciehuis.”
“De Neherkade is een obstakel voor fietsers en voetgangers. Daar zou een ongelijkvloerse kruising moeten komen.”
“Promoot P+R. Wij hebben verschillende van dit soort parkeerplaatsen waar je makkelijk op de tram stapt, alleen staan ze vaak leeg.”
“Den Haag heeft heel veel drukke plekken waar tram, bus, fiets en auto samenkomen. Vooral voor fietsers zijn veel van die plekken onoverzichtelijk. Er gebeuren veel ongelukken.”
“Durf te kiezen. Niet alles kan in dezelfde straat.”
“Denk in routes. Bijvoorbeeld de Turfmarktroute. Je komt overal barrières tegen als voetganger.”
“Kleine oplossingen zorgen vaak al voor grote verbeteringen.”
“Parkeren moet wel betaalbaar en beschikbaar blijven.”
“Er komen meer panden bij. Met een enkele extra parkeergarage ben je er dan niet.”
“Zorg dat de toestroom aan auto’s mogelijk blijft.”
“Wij hebben met name van het Schenkviaduct geluidsoverlast door langsrazende motoren die hun geluidsdempers uit de uitlaat hebben gehaald.”
Wilt u meer informatie of het volledige verslag ontvangen? Stuur dan een e-mail naar cid@denhaag.nl.
Dit e-zine werd gemaakt in opdracht van de gemeente Den Haag door een team van On the Spot, dé congresverslaggevers.
Redactie: Claudie Bolster, René Lamers, Robin Ouwerkerk
Fotografie: Eelkje Colmjon, PR
Film: Walter van Polanen
Eindredactie: Richard Post
Vormgeving/webbouw: Floor Stoutjesdijk
Coördinatie: René Lamers