Central Innovation District - dit vindt Den Haag ervan

Innovatie

Themabijeenkomst: innovatie

Innovatie helpt, maar gedrag is bepalend

In de plannen voor het CID worden verschillende functies samengebracht rond de drie intercitystations. Daar zitten instellingen en bedrijven dicht bij elkaar om samen aan projecten en vraagstukken te werken en ontmoeten mensen met verschillende kennis, vaardigheden en ervaringen elkaar. Je ziet dit terug in alle moderne, concurrerende gebieden.

Bereikbaarheid

Deze gebieden, met 80.000 banen en 30.000 studenten, moeten goed bereikbaar zijn. Tegen de verwachte toename van het aantal auto’s, en dus files, geeft Den Haag voetgangers de prioriteit. Daarna fietsers en het openbaar vervoer. De auto komt op de laatste plaats, en dan het liefst in de vorm van deelauto’s. Hoe houden we het CID bereikbaar? Deelnemers van de workshop Innovatie gingen aan de slag met een situatie die uit het leven gegrepen is: “Hoe krijgen we bezoekers en bewoners van het CID uit de auto?” Zij zochten vanuit drie perspectieven naar oplossingen: vanuit gedrag, ruimte en technologie.

In ruimte kun je nog wat winnen voor de auto door ze verticaal op te slaan, deelautosystemen te stimuleren en het benutten van parkeerterreinen die na kantoortijd leegstaan. De alternatieven voor de auto moeten dan eerst aantrekkelijker worden gemaakt: onbelemmerde en leuke (overdekte) fietsroutes, veilige en aantrekkelijke voetgangersgebieden en -oversteekplaatsen, goed en snel openbaar vervoer (liefst gratis).

Apps

Technologisch valt ook nog wat te winnen voor autobereikbaarheid: toon in een app hoeveel (oplaad)plekken in een parkeergarage vrij zijn en laat alternatieve OV-aansluitingen zien. Dankzij apps kun je ook parkeertarieven in garages aanpassen aan de tijd dat auto’s parkeren. “Bij drukte kun je de tarieven tijdelijke verhogen”, stelt een bewoner voor.

Er rijden tegenwoordig ook veel pakketbezorgers door de stad. Het zou schelen als kantoren en bedrijven gaan werken als hub waar mensen hun pakketje kunnen ophalen. Of verplicht pakketbezorgers om elektrische voertuigen of bakfietsen te gebruiken. Experimenten met bezorging via drones kan ook tot minder verkeer leiden.

Gedragsverandering

Je kunt in ruimte en met technologie wel allerlei oplossingen bedenken, de kern is toch gedragsverandering, beaamt iedereen. Veel jongeren zijn al een goed voorbeeld: zij hebben niet eens een rijbewijs, omdat ze het nut er niet van inzien in een stad waar geen plek is voor de auto en je alles met OV, wandelend of fietsend kunt bereiken.

Voor oudere generaties geldt: niet straffen, maar positief benaderen. Bijvoorbeeld met betrouwbaar en openbaar vervoer dat regelmatig rijdt. Schets de voordelen van minder auto’s: een gezonder, veiliger en aantrekkelijker omgeving. Het vraagt ook tijd. “Maar uiteindelijk hebben mensen ook duurzaamheid geaccepteerd en dat Zwarte Piet niet meer kan”, zegt een bewoner. “En mensen moeten elkaar aanspreken: Waarom doe jij nog niet mee?”, vertelt een andere bewoner.

Wat vindt u belangrijk?

‘Andere mindset nodig’

“In het verleden is de denkfout gemaakt dat iedereen een auto nodig had. In de Verenigde Staten begrijp ik dat, maar in Nederland valt dat mee. Ik heb geen rijbewijs en over tien jaar denk ik ook niet. Met deelscooters pak je het probleem bij de kern aan. Richten op techniek is een valkuil. Je moet niet innoveren om het innoveren. Het vraagt om een andere mindset. Laat zien dat alternatieven werken. Verbeter het comfort van het OV en de fiets.”
Portretfoto Jari Stoppelenburg
Jari Stoppelenburg
Student Urban Studies

Dit brachten mensen in:

“Bij wegopbrekingen wordt altijd rekening gehouden met auto’s, niet met fietsers en wandelaars. Bij de Schedeldoekshaven moet je als voetganger rennen voor het rode licht.”

“Er is een gecreëerd verkeersprobleem. Het probleem valt mee, want er is nog zat plek. Op ons werk werd met roulerende parkeerplekken gewerkt, die je moest reserveren, terwijl aan de overkant bij het oude ministerie van SZW het terrein leegstond.”

“Leuk aan fietsen is, dat je zó de fiets kunt pakken. Het OV moet je echt plannen.”

“Ik geloof niet zo in het OV. Bussen stinken, en waren met corona ook niet handig. Ik geloof meer in deelauto’s. Ik heb nu een auto om drie weken op vakantie te kunnen. Dat is goedkoper dan tijdens die weken een auto te huren.”

“Ik heb Greenwheels, maar als ik naar Kijkduin ga, reis ik met het OV. Voor mij is het een mix. Het gaat allemaal perfect, maar mensen moeten dat wel weten.”

“Er zijn ook systemen waar bewoners onderling een auto delen, in plaats van via een commerciële aanbieder. Je krijgt zo ook meer contact tussen mensen. Je kunt vijf parkeerplekken vervangen door eentje voor een deelauto, dat scheelt ruimte.”

“Met oudjaar was het autoluw. Iedereen vond dat toch wel prettig.”

“Als je niet weet of er een deelauto beschikbaar is, geef je het na drie keer wel op.”

“Mensen van buitenaf gaan de file in voor een bijeenkomst in Den Haag. Bied hun goedkope slaapplekken aan, dan hoeven ze niet de file in en ze komen uitgerust op de bijeenkomst.”

“Maak wandelroutes groener, haal de auto’s weg. Dan wordt het aantrekkelijker om te wandelen.”

Wilt u meer informatie of het volledige verslag ontvangen? Stuur dan een e-mail naar cid@denhaag.nl.

Ga naar de inhoud