“Als je veel woningen in hoogbouw wilt, moet je verticale straten maken. Bij meer dan honderd woningen kom je namelijk boven de menselijke maat, waarbij je anderen nog herkent en je je verbonden voelt. Je moet dan ‘buurtjes’ gaan maken. In Den Haag Zuidwest zijn we in gesprek met bewoners hoe de sociale cohesie daar te versterken. Het punt is dat onze huurders vaak niet in een goede woning zitten. Dan is het moeilijk te praten over het ‘grote plaatje’, ze hebben hun handen vol aan hun eigen situatie. Voor bestaande bewoners kan nieuwbouw ook voordeel hebben: door de komst van nieuwe bewoners komen er ook voorzieningen bij. Mijn advies: betrek bewoners bij de plannen. We bouwen nu al flexibel, zodat we woningen kunnen aanpassen naar wensen.”
“In steden heb je diversere groepen dan in een dorp. Dat vraagt om community management, met iemand in het gebouw die dingen organiseert. Dat bieden wij. En dat is niet alleen voor luxe woningen. Het is wel moeilijk om veel verschillende groepen in één gebouw te managen. In de sociale huur is gevoel van eigenaarschap moeilijk te bereiken bij huurders.
Voor een community is geborgenheid nodig, die kun je pas vanaf de eerste verdieping tot stand brengen.
De buitenruimte is belangrijk voor aantrekkelijk wonen. Die is in het CID nu nog mager. In de Binckhorst was het motto: ‘laat honderd bloemen bloeien’, maar daar is nu duidelijkheid nodig. Er is in Nederland weinig ruimte voor afwijkende woningtypen. We bouwen in Nederland in gestolde regelgeving. Het vrije schetsen en ontwerpen is er niet meer bij.”
“De toekomstige huurders van het CID zullen vooral uit eenpersoonshuishoudens bestaan; studenten, jonge werkers. Bij hen ligt nu de grootste vraag. De appartementen die we ontwikkelen kunnen evenveel comfort hebben voor twee personen als voor één persoon. We bieden ook diensten bij onze appartementen, zoals het snelste internet of mobiliteit.
De gezinnen zullen vertrekken uit de stad, dat is niet tegen te houden. De huurders van onze projecten willen flexibiliteit: ze wonen hier twee tot vier jaar. We zeggen tegen architecten: ‘Bouw van binnen naar buiten’, wat is belangrijk in een woning? Wij geloven bijvoorbeeld niet in een halletje, dat is nutteloze ruimte. Belangrijk is dat er voor de markt duidelijke kaders komen. Je ziet verschillen tussen landelijk en gemeentelijk beleid, waar vaak lokale ambities ‘gestapeld’ worden.”
“Wij realiseren woonvormen waarbij mensen voorzieningen delen. Ze regelen alles met elkaar. Den Haag heeft als streven er honderd van te realiseren. Het mooiste zou zijn als die uit een mix bestaan sociale huur, middelhuur en koop. Dan doe je wat aan de verschillen. Je moet ervoor zorgen dat de voorzieningen flexibel zijn in gebruik, want de wensen kunnen veranderen. Onze bewoners zijn meestal 55-plus. Voor een duurzame community is een mix van leeftijden goed en een mix van voorzieningen, zodat mensen niet weg hoeven. Ga niet van bovenaf plannen bedenken, maar betrek bewoners erbij.”
Een tijd lang verlieten mensen de steden, ‘suburbanisatie’. Nu Nederland vooral een kenniseconomie is geworden, trekken mensen terug naar de grote steden. Socioloog Saskia Sassen beschreef in ‘Global Networks, Linked Cities’ hoe de grote steden over de wereld met elkaar verbonden zijn. “Amsterdam is meer verbonden met London en Parijs dan met Emmen.
Het heeft ook geleid tot kaalslag: je kreeg clusters van kansarm en kansrijk. In haar boek ‘Wij zijn de stad’ ziet Floor Milikowski juist in de buitenwijken ‘drang en drive’ om te investeren in de gemeenschap. “Mensen willen er iets ondernemen, wat juist minder is geworden in de stad.” Corona heeft volgens Floor ertoe bijgedragen dat de eigen leefomgeving werd herontdekt. “We ontdekten dat we niet naar Bali hoefden en dat Drenthe ook mooi is.”
De Amsterdamse Floor prijst Den Haag als mooie stad, ‘de enige die aan zee ligt’. Maar ze ziet ook de verschillen tussen betere buurten en clusters van kansarme gezinnen met economische en psychische problemen. “Er zijn harde kloven ontstaan.”
In een nieuw centrum kan dit veranderen. Daar moeten hoogbouw, klimaatadaptatie én een prettige leefomgeving samengaan. Op tekeningen van architecten zie je weleens hoge gebouwen met bovenop een park met bomen. Het Veemgebouw in Eindhoven is een voorbeeld, net een gelijkvloerse straat. Een woordvoerder van de Bomenbond betwijfelt of dat kan met de hoge woontorens die nu in de maquette voor het CID staan. “Op twintig hoog kán dat niet.” “Daar is ook een heel ander klimaat; kouder en meer wind”, vult iemand aan.
De factor mens doorkruiste nieuwbouwplannen in de Tweebosbuurt in Rotterdam, een volksbuurtje op Zuid waar mensen voor elkaar zorgen. De gemeente wilde er meer hoge inkomens en daarvoor moest gesloopt worden en andere woningen gebouwd. Bewoners kwamen in verzet. De strijd werd fel. Mevrouw Pelger die er haar leven lang woonde werd door de woningcorporatie zelfs beschuldigd van het ‘frustreren van het proces’. Toen ze de brief met deze aantijging kreeg, viel ze van emotie achterover en raakte zwaargewond. Ze vroeg daarop euthanasie aan om het allemaal niet meer mee te hoeven maken.
Er zijn steeds meer architecten die aandacht hebben voor de mens in plannen. Jan Gehl stelde: ‘Met iedere steen die we neerleggen, manipuleren we het leven van mensen’. En Ianthe Mantingh: ‘Een gebouw is geen doel op zich, het is de coulisse van het leven’. Ianthe stelde dat tachtig procent van de ontmoetingen op de stoep voor het huis plaatsvindt. Daar waar een bankje kan staan en de zon erop schijnt. Ianthe hoorde over een oudere man die drie keer per dag naar de brievenbus liep, in de hoop een praatje te kunnen maken met iemand. Floor: “Zet een bankje neer voor die meneer of zorg voor een ruimte waar hij kan zitten. Maak brede trappen om elkaar tegen te komen. Plaats een garage op de kop van de straat, zodat je een stukje naar je huis moet lopen en mensen ontmoet. Nu worden nieuwbouwwijken zó gemeten en berekend dat ontmoeting er moeilijker is.”
Het CID komt er onder andere om de woningnood enigszins te ledigen. Maar de woningnood van wie? Er zijn bedenkingen. “Als je allemaal hoogbouw naast stations zet, krijg je Amsterdammers en Utrechters die hier goedkoper kunnen wonen dan daar en dan met de trein naar hun werk gaan. Er gaan geen Bezuidenhouters wonen”, voorspelt iemand.
“En hoeveel ruimte komt er voor daklozen, statushouders en mensen die uit detentie komen”, vraagt iemand anders zich af die zich sterk maakt voor sociaal bouwen. “Voor deze mensen moet er ook ruimte zijn. Of verdwijnen die straks weer naar Morgenstond en houden we de problemen in stand? De geplande projecten zijn nu gericht op dure huur.”
In Den Haag Zuidwest is een scriptiewerkplaats waar verschillende disciplines van de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit en de Technische Universiteit Delft samen naar innovaties kijken waarin wonen, klimaatbestendigheid en sociale cohesie samenkomen.
Waar straks duizenden nieuwe mensen komen wonen, moet óók wat gedaan worden tegen hittestress en wateroverlast door klimaatverandering. The Valley in Amsterdam beloofde hoogbouw waar van boven naar beneden groen langs het gebouw groeit. “Het was ambitieus, alsof je door de Amazone liep”, zegt Floor. “Maar het werd ‘gewoon’ groen. In Parijs is veel groen, waardoor je niet het gevoel hebt in een van de dichtstbevolkte steden te zijn. In Barcelona zijn allerlei ontmoetingsplekken met bomen. Klein, maar het hoeft ook niet meteen de Dam te zijn. Rekenaars zullen wijzen op de kosten. Het levert echter ook veel op: veel maatschappelijke waarde, tot alfabetisering en lagere zorgkosten aan toe. Waardevolle plekken zijn gezamenlijke cultuur, een gesprek, een moestuin, een bibliotheek of een buurthuis.”
Als gemeente kun je dit niet plannen, waarschuwt Floor. “Het werkt alleen van onderop, want dan is er een behoefte en een drive. Als je als gemeente iets opzet, komt niemand eropaf. Ga uit van het DNA van de stad, dan kan het wat worden. Kijk verder dan de rekensommetjes.”
Dit e-zine werd gemaakt in opdracht van de gemeente Den Haag door een team van On the Spot, dé congresverslaggevers.
Redactie en eindredactie: René Lamers
Film: Walter van Polanen
Vormgeving/webbouw: Lisanne Gottenbos
www.on-the-spot.nl